Auteur: Chris Persyn
Binnen onze firma wordt er aan structureel thuiswerk gedaan. Een collega geeft aan dat de elektrische installatie thuis niet volledig voldoet aan de geldende normering van de huizen jonger dan 1981. Kunnen wij als werkgever verantwoordelijk gesteld worden wanneer er een ongeval met deze gebrekkige elektrische installatie gebeurt tijdens de werkuren (bv. brand of elektrisering)? Moeten wij verbieden dat deze medewerker nog thuis werkt? Kunnen wij deze verantwoordelijkheid afschuiven door dit op papier te zetten?
Eenvoudige vragen, zelden eenvoudig te beantwoorden. En deze erg concrete vraag kan eigenlijk enkel deze vaststelling bevestigen. We moeten wetsbepalingen uit zeer verschillende domeinen samenleggen om een antwoord te geven. Vergelijk het wat met puzzelstukjes samenleggen, maar wel uit verschillende dozen.
Eén zaak is vrij snel duidelijk: de bepalingen over de elektrische installaties, zoals we die terugvinden in de Codex, vinden hier zeker geen toepassing. Die bepalingen liggen immers vervat in Titel 2 van Boek III van de Codex. Daarin gaat het over arbeidsplaatsen en hoewel er bij structureel thuiswerk stellig gewerkt wordt in de woning van de werknemer, wordt zijn huis daardoor geen arbeidsplaats. Daarvoor zou het moeten gaan om ‘een locatie voor werkplekken in gebouwen van de onderneming of inrichting, met inbegrip van elke andere plaats op het terrein van de onderneming of inrichting waartoe de werknemer in het kader van de uitvoering van zijn werk toegang heeft’ (art. III.1-1 Codex). Dit geldt a fortiori voor elektrische installaties. Titel 2 van Boek III van de Codex vindt er enkel toepassing op wanneer ze ‘gelegen zijn in gebouwen of op de terreinen van de onderneming of de inrichting van een werkgever’ (art. III.2-1 Codex). Klaar en duidelijk: voor wie thuis werkt gelden deze bepalingen niet.
Dit betekent niet dat er voor elektrische installaties thuis helemaal geen regels zouden zijn. Het recent vernieuwde Algemeen Reglement op de Electrische Installaties (AREI) legt in Boek 1 ook de normen vast waaraan huishoudelijke elektrische installaties moeten voldoen. Het voorziet ook in overgangsbepalingen wanneer een dergelijke installatie werd uitgevoerd voor 1 juni 2020 (https://economie.fgov.be/nl/themas/energie/energiebronnen/elektriciteit/veiligheid-en-controle-van/veiligheid-van-huishoudelijke). De reglementering mag dan bijzonder technisch zijn, de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van de installatie wordt gelegd bij de eigenaar, beheerder of uitbater. In de situatie die wij bespreken geen verplichting voor de werkgever dus en meteen ook geen mogelijke grond tot aansprakelijkheid.
Op dan maar naar de specifieke regelgeving inzake telewerk. We beschreven eerder al de complexiteit daarvan. Er zijn algemene regels voor huisarbeiders en die liggen vast in de Arbeidsovereenkomstenwet. Hun werkgever moet hen bijvoorbeeld alle voor de uitvoering van het werk nodige hulp, hulpmiddelen en materialen ter beschikking stellen (art. 119.3 Wet 3 juli 1978). Deze regels vinden evenwel uitdrukkelijk geen toepassing bij regelmatig telewerk, geregeld door cao nr. 85. Die bevat onder meer de bepaling dat de werkgever de voor de uitvoering ervan nodige apparatuur moet beschikbaar stellen, installeren en onderhouden (art. 9 cao nr. 85). Daar zit allicht wat rek op, maar het uitbreiden tot een volledige elektrische installatie lijkt ons niet aan de orde. Voor occasioneel telewerk gelden nog andere bepalingen: die werden ingevoerd door de Wet werkbaar en wendbaar werk uit 2017. Deze wet schept eigenlijk enkel een kader, dat nader uitgewerkt moet worden in een cao of het arbeidsreglement. Of op deze vorm van telewerk de regels inzake huisarbeid toepassing vinden, wordt in vraag gesteld. Finaal tenslotte – mijn excuses, maar ik heb het niet zelf bedacht – is er de tijdelijke regelgeving voor aanbevolen of verplicht telewerk omwille van de coronacrisis en die ligt vervat in cao nr. 149 van 26 januari 2021. De (tijdelijke) cao legt een zeer algemeen referentiekader vast en bevat ook enkele bepalingen over welzijn op het werk, maar veel verder dan informatie en richtlijnen over de preventiemaatregelen gaat dat niet. Artikel 7 van de cao verplicht afspraken te maken tussen werkgever en werknemer, onder meer over het ter beschikking stellen door de werkgever van de voor het telewerk benodigde apparatuur en technische ondersteuning. Er wordt ook gewag gemaakt van de inrichting van de werkpost, het goede gebruik van de beeldschermen en ondersteuning op het vlak van techniek en informatica, al de rest moeten we zelf maar zien in te vullen.
Aan regels geen gebrek dus, maar in geen ervan lezen wij een expliciete verplichting van de werkgever ten aanzien van de conformiteit van de elektrische installatie in de woning van de werknemer. Niet onbelangrijk, want aansprakelijkheid vereist per definitie een fout. Die kan liggen in de miskenning van een concrete, in een wetsbepaling vastgelegde verplichting, of in de miskenning van de algemene zorgvuldigheidsnorm. Of, wanneer het om een contractuele relatie gaat, om het niet of niet correct naleven van de gemaakte afspraken.
Een expliciete wettelijke norm die de werkgever miskent wanneer zijn werknemer bij structureel thuiswerk gebruik maakt van een niet conforme elektrische installatie is er niet. Op die basis dus ook geen aansprakelijkheid. De algemene zorgvuldigheidsnorm dan maar? Zou een ‘goede huisvader’ of zijn moderne opvolger, ‘een voorzichtig en redelijk persoon’ in die omstandigheden laten werken? Tja, daar zit wat ruimte voor interpretatie, maar extreme situaties daargelaten, waarvan de werkgever daarenboven kennis zou moeten hebben, lijkt mij dat in regel niet het geval.
Contractueel dan maar? Dan moet de werkgever eerst effectief de verbintenis hebben opgenomen om te zorgen voor een conforme installatie, want de arbeidsovereenkomstenwet legt hem die o.i. niet op. En dat biedt meteen een antwoord op de laatste vraag: zet je best ‘iets’ op papier? Ja dus. Een boek hoef je niet te schrijven, maar de basisafspraken vastleggen is voor elk van de besproken situaties stellig een goede zaak. Liever dan extreme disclaimers neem je daar dan ook in op dat de werknemer moet melden wanneer er op zijn thuiswerkplek specifieke risico’s zijn.
Ook gepubliceerd op www.senTRAL.be
Foto: Michal Jarmoluk